ESF+ Sociale Innovatie en Gendergelijkheid

Op 28 februari 2024 heeft UvB een nieuw hoofdstuk van ESF+ (2021-2027) bekendgemaakt. Hierin wordt subsidie beschikbaar gesteld voor het bevorderen van gendergelijkheid op de arbeidsmarkt door middel van sociale innovatie. In dit nieuwe hoofdstuk wordt €5,5 miljoen beschikbaar gesteld voor het genereren, ontwikkelen en evalueren van innovatieve inspanningen gericht op het creëren van een genderevenwichtige arbeidsmarkt.

Subsidie voor dit hoofdstuk kan worden aangevraagd in de periode van 6 mei 2024, 09:00 uur tot en met 7 juni 2024, 17:00 uur.
Een project in dit hoofdstuk vindt plaats vanaf het moment van toekenning van de subsidie tot uiterlijk 31 december 2027.

Het aan te vragen subsidiebedrag bedraagt minimaal €300.000,- en maximaal 1.500.000.- per project. Het subsidiepercentage bedraagt 95% van de subsidiabele kosten.

Tendersysteem

Het beschikbare subsidiebedrag wordt op basis van een tendersysteem verdeelt. De aanvragen worden gerangschikt op basis van scores, waarbij de hoogst scorende aanvraag als eerst subsidie ontvangt, gevolgd door de volgende in de rangorde tot dat het subsidieplafond van €5,5 miljoen is bereikt.

Een beoordelingscommissie adviseert over de rangschikking op basis van selectiecriteria. Elk criterium heeft een maximaal aantal punten. Aanvragen worden gerangschikt op basis van kwaliteit, waarbij de beste aanvragen hogere scores behalen.

Indien het subsidieplafond niet overschreden wordt, vindt geen rangschikking plaats, maar wordt een kwalitatieve toets op de subsidieregeling eisen uitgevoerd.

Samenwerkingsverband

Een samenwerkingsverband bestaat uit maatschappelijke organisaties, kennisinstellingen of arbeidsorganisaties. De hoofdaanvrager is gemachtigd om de andere partijen te vertegenwoordigen, en er is een duidelijke taakverdeling tussen de partners. Ten minste één maatschappelijke organisatie of kennisinstelling en één arbeidsorganisatie zijn vereist binnen het samenwerkingsverband.

De arbeidsorganisatie in het samenwerkingsverband moet de werknemersvertegenwoordiging informeren en betrekken bij de projectfasen.

Kennisinstellingen omvatten instellingen voor hoger onderwijs, onderzoeksinstituten en academische ziekenhuizen, zowel nationaal als internationaal gefinancierd. Ze richten zich op het vergroten van wetenschappelijke of technische kennis en moeten onafhankelijk onderzoek kunnen uitvoeren. Daarnaast kunnen onderzoeksorganisaties zonder winstoogmerk die hun eigen onderzoek uitvoeren en technologische kennis bevorderen op een specifiek terrein, ook als kennisinstelling worden beschouwd.

Het samenwerkingsverband wordt vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst.

Thema’s

Sociale innovatie gericht op het bevorderen van gendergelijkheid, heeft betrekking h op het onderzoeken, ontwikkelen, verbeteren, toepassen of delen van praktische en wetenschappelijke kennis. Deze kennis moet bruikbaar, overdraagbaar en gevalideerd zijn. Dit heeft betrekking op minstens één van de volgende thema's:

  • Het vergroten van de participatie van vrouwen in exacte wetenschappen,
  • technologie, techniek en toegepaste wiskunde;
  • Het verbeteren van de balans tussen werk en zorgtaken, met inbegrip van mantelzorg;
  • Het aanmoedigen van economische zelfstandigheid bij vrouwen;
  • Het bevorderen van een gelijkere verdeling van werk en zorg- en huishoudelijke verantwoordelijkheden tussen mannen en vrouwen;
  • Het bevorderen van transparantie in loonstructuur.

Aanvraag en beoordelingscriteria

Het projectplan voor een aanvraag binnen dit hoofdstuk bestaat uit zes onderdelen, die ook worden beoordeeld door de beoordelingscommissie. Elk onderdeel heeft een maximum aantal punten dat kan worden behaald.

1. Probleemanalyse en interventielogica

Een analyse van gendergelijkheidsproblematiek en een duidelijke strategie voor projectoplossingen (max. 20 punten).

2. Activiteitenplan

Een onderbouwd plan voor ontwikkeling, implementatie, evaluatie, opschaling en verspreiding van effectieve benaderingen voor gendergelijkheid (max. 30 punten).

3. Planning en financieringsplan

Een gedetailleerd schema van projectwerkzaamheden en een financieel plan dat de volledige projectperiode dekt (max. 20 punten).

4. Administratieve organisatie en interne beheersing

Een beschrijving van de projectorganisatie, administratieve structuur en maatregelen om aan verantwoordingsvereisten te voldoen (max. 10 punten).

5. Relevante kennis en ervaring

Een beschrijving van de relevante kennis en ervaring van zowel de aanvrager als de betrokken partijen en personeel moet aangeven hoe zij aan het project bijdragen en het verspreiden van succesvolle inspanningen voor gendergelijkheid ondersteunen (max. 10 punten).

6. Bevorderen van gelijke kansen van non-discriminatie

Een beschrijving die aangeeft hoe de gelijke kansen en non-discriminatie binnen het project wordt bevorderd (max.10 punten).

Als je bij de beoordeling 75% van de punten krijgt toegekend, duidt dit op een indiening van hoge kwaliteit en goed onderbouwing.

Subsidiabele activiteiten en kosten

Om voor subsidie in aanmerking te komen, moeten de activiteiten gericht zijn op het bevorderen van gendergelijkheid. Dit omvat het genereren van nieuwe ideeën, het evalueren van innovatieve benaderingen, het delen van kennis en ervaringen, en het implementeren van bewezen effectieve strategieën voor gendergelijkheid.

Subsidiabele kosten

1. Directe loonkosten, indien uitgevoerd door een partij uit het samenwerkingsverband of een partij die hieraan gelieerd is;
2. Externe kosten, indien marktconform ingekocht;

Een toeslag van 7% voor de overige indirecte kosten, berekend over het totaal van de bovenstaande kosten.

Vragen?

Wij zijn via diverse kanalen te bereiken. Tijdens kantooruren (08:00 – 17:00) zijn wij bereikbaar via de chat-functie op onze website www.dekenniskamers.nl. U voert een onlinegesprek met één van onze adviseurs. Daarnaast zijn wij bereikbaar via ons e-mailadres Vragen@dekenniskamers.nl of telefonisch via 085 – 06 04 002